Vullingen

In de meeste gevallen worden er witte vullingen geplaatst. Naast glasionomeercement en compomeer wordt composiet het meest toegepast. Met composiet is veel mogelijk. Zo kunnen voortanden na een breuk opnieuw worden opgebouwd en verkleuringen van tanden en kiezen worden hersteld.

Het is mooi wit en kan door de hele mond gebruikt worden.
Composieten bestaan uit een kunststof matrix gevuld met 25-80 % gemalen glas, kwarts of keramiek. De kunststof is meestal een polymethylacrylaat. Het uitharden gebeurt hier door polymerisatie van de monomeren. Beter bekend als ‘de lamp’ die even op je tand of kies wordt gezet. Dit bevat UV-licht. Een composiet zet niet uit, maar krimpt juist. Die krimp kan naklachten geven zoals gevoeligheid bij koude. Een voordeel is dat het er mooi uitziet. Een nog heel belangrijk voordeel is dat er niet zoveel weefsel weggeboord moet worden zoals bij amalgaam. Dat komt omdat het chemisch hecht en dus niet afhankelijk is van een vorm. Een nadeel is dat het niet zo sterk is als amalgaam. De mond moet goed ‘droog gelegd’ zijn om het gaatje goed te kunnen vullen.

Voordelen: deze vulling ziet er fraai uit, is relatief goedkoop en is in één zitting klaar. Nadelen: weinig slijtvast, dus een geringe levensduur. Door het krimpen bij het uitharden van deze vulling is er kans op lekkage of napijn.