Behandelaars

Tandartsen adviseren jaarlijkse of halfjaarlijkse gebitscontroles, afhankelijk van de conditie van je gebit. Bij zo’n controle zal je tandarts je gebit zorgvuldig op cariës (gaatjes) onderzoeken en indien nodig röntgenfoto’s maken. Ook besteden tandartsen aandacht aan het opsporen en voorkomen van tandvleesaandoeningen. Tijdens de jaarlijkse of halfjaarlijkse controle zal de tandarts de diepte van de pockets (ruimtes tussen je tanden/kiezen en tandvlees) met een zogeheten pocketsonde, meten. Deze pocketdieptes zijn in een gezonde situatie niet dieper dan 3 mm en gaan niet bloeden tijdens het meten. Op basis van deze meting kan de tandarts zien of er sprake is van gezond tandvlees, gingivitis of parodontitis.

Op röntgenfoto’s kan vervolgens worden vastgesteld of en hoeveel kaakbot er rondom de wortels van de tanden en kiezen is afgebroken ten gevolge van parodontitis. Is er sprake van ontstoken tandvlees, gingivitis of parodontitis, dan zal de tandarts een behandelplan opstellen. Veel tandartsen verwijzen hun patiënten hiervoor door naar een mondhygiënist. Ook kan het zijn dat de tandarts besluit de behandeling door een preventie-assistent in de tandartspraktijk te laten uitvoeren als er sprake is van beperkte tandvleesproblemen.